Spreuken 6:6-11 BB Kijk naar de mieren, luiwammes, kijk hoe ze leven, en leer daar iets van. 7 Want ook al hebben ze geen aanvoerder, geen leider en geen koning, 8 toch verzamelen ze in de zomer alvast hun eten [ voor de winter ].In de oogsttijd verzamelen ze voedsel. 9 Maar jij, luiwammes, hoelang blijf je nog liggen?Wanneer sta je eindelijk eens op? 10 Nog even slapen, nog even soezen, nog even lekker liggen met de handen achter mijn hoofd’ –11 Maar daar komt de armoede al op je af, zo snel als een hardloper. Gebrek overvalt je als een rover.
Ik herken ons in dit verhaal. Een paar jaar geleden waren wij die ‘mieren’. Werken, werken, werken.
Werken, anders gebeurt er niks.
Werken, anders hebben te kort.
Werken, aan onze voorraad.
Werken, anders hebben we niks….
Totdat we een jaar lang de Grace- Academy (van Jong&Vrij) hebben gevolgd. Daar leerden we het verschil tussen het oude en het nieuwe verbond. Voor Jezus opstanding en na Jezus opstanding. Het verschil tussen: wat je doet en wie je bent. Werken vanuit eigen kracht en werken met God samen. In Zijn ritme.
Het was een openbaring voor ons. Wij zijn gestopt met ‘werken’ (uit eigen kracht). We werden de ‘luiwammes’. Het voelde alsof we de consequenties niet konden overzien. -We zouden vast te kort gaan krijgen.
‘Gek’ genoeg (oftewel: bovennatuurlijk) bleek het tegenover gestelde waar. Sinds we niet meer ‘werken’, hebben we meer dan genoeg. Komen we niks te kort. En we hebben nog nooit zo rustig en kalm gewerkt en zijn efficiënter dan ooit tevoren! En dit zonder zweet en ploeteren. Maar als Koningskinderen, met de beste werkvoorbereider die je maar kunt wensen.
Johannes 5:17 Maar Jezus verdedigde Zich met de woorden: ‘Mijn Vader werkt voortdurend en Ik dus ook.’
Dus. Aan het ‘werk’!