Leviticus 4:31a Al het vet moet hij verwijderen, zoals ook met het vet van het vredeoffer gedaan wordt, en hij moet het op het altaar verbranden als een geurige gave die de HEER behaagt.
In het boek Leviticus worden de verschillende offers besproken. Brandoffers, graanoffers, vredeoffers (dankoffers), vergevingsoffers (zondeoffers) en offers voor overtredingen. Elk offer voor een ander doel. Soms vrijwillig en soms verplicht. Sommige om na het offer van te eten en sommige om volledig te verbranden of buiten het tentenkamp te begraven, maar het vet is altijd voor God.
Vet is opgeslagen overvloed van energie. Dat kan aan de ene kant komen doordat er te weinig bewogen is (zoals we bij zonde te weinig richting God bewegen) of omdat we delen in Gods overvloed (omdat we alleen maar in Gods richting bewegen en meegenieten van zijn zegen). Van beide oorzaken van vet wil God het vet hebben.
Dus als er zonde is in je leven: sta op en ga naar God toe zodat het overtollige vet wat je belemmert aan Hem gegeven kan worden. En leef jij met God: geef Hem dan van de vette overvloed in je leven.
Al het vet is voor de Heer.