Lucas 11:8 Ik zeg jullie, als hij al niet opstaat en het hem geeft omdat ze vrienden zijn, dan zal hij wel opstaan omdat zijn vriend zo onbeschaamd blijft aandringen, en hem alles geven wat hij nodig heeft.
Wanneer zijn leerlingen hem vragen hoe ze moeten bidden vertelt Jezus hen deze gelijkenis van twee vrienden. Het mooie van deze gelijkenis is dat Jezus ons dus heel duidelijk laat zien hoe hij wil dat we bij hem komen wanneer we bidden. Hij wil dat we hem als een vriend benaderen…
Bij een onbekende of vage kennis zijn we veel terughoudender in wat we van hen vragen. De man achter de kassa bij de Jumbo zou ik niet zo snel vragen of hij mij vanavond ergens op zou kunnen halen. Bij een vriend ligt dat natuurlijk heel anders en voelen we ons veel vrijmoediger, of onbeschaamder, om zoiets te vragen. Bij een onbekende zijn we voorzichtig, omdat we niet zomaar alles kunnen vragen. Maar God is geen onbekende; hij is een vriend. En hij wil dat we zonder terughoudendheid bij hem komen in ons gebed.
Hoe vrijmoedig voel jij je wanneer je God iets vraagt? Ben je voorzichtig en terughoudend? Wanneer we Hem op die manier benaderen, lijkt het alsof we niet geloven dat Hij vrijgevig is en goed. We moeten ons realiseren dat Hij niet een God is die ons net genoeg wil geven, maar dat Hij ernaar verlangt om ons overvloedig te zegenen.
Probeer het eens uit. Hij wacht op jouw vrijmoedige toenadering!