Genesis 28:15, 20-21
Ik (God) ben met je en zal je beschermen, overal waar je gaat. En Ik zal je naar dit land terugbrengen. Want Ik zal je niet verlaten, maar doen wat Ik je heb gezegd.” […] Jakob beloofde: “Als God inderdaad voor mij zal zorgen, mij op reis zal beschermen, voor genoeg eten zal zorgen en voor kleren om aan te trekken, en als ik veilig bij mijn familie terugkom, dan zal de Heer mijn God zijn. (BB)
Wanneer Jakob op weg is en vlucht voor zijn broer verschijnt God in een droom. God belooft Jakob zegen en bescherming. Vervolgens doet Jakob een belofte aan God terug:
ALS God voor mij zal zorgen…
ALS God mij zal beschermen…
ALS God voor genoeg eten zorgt… (etc)
…DAN zal de Heer mijn God zijn.
Jakob stelde voorwaarden aan God voordat hij Hem als Zijn God zou zien, terwijl God zelf net verschenen is in een droom en Jakob belooft te beschermen en zegenen.
Hoe belachelijk dit ook op mij overkwam, begon ik na te denken hoe ik dit stiekem ook in mijn eigen leven doe.
God heeft gebeden verhoord, God heeft mij uit omstandigheden getrokken, God heeft mij gezegend en beschermd.
Maar toch heb ik vaak ook een: “Ja… maar” of “Als..” klaar liggen als er nieuwe uitdagingen in mijn leven ontstaan.
God lijkt echter niet heel erg geschrokken.
De tekst van vandaag leert mij dat God zegen belooft voordat onze houding “correct is”. God wacht niet met beloften van zegeningen totdat wij correct gedrag vertonen. God zegent ons simpelweg omdat hij van ons houd.
Daarbij zou ik graag willen leren om voor de “Ja… maar”, eerst terug te denken aan God zijn woorden en beloften over mij. Woorden die hij over mij uitspreekt voordat ik al mijn vertrouwen in Hem heb gelegd.
Herkenbaar?