1 Korinthiërs 11: 23b-26 In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd nam hij een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: ‘Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’ Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en hij zei: ‘Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te gedenken.’ Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat hij komt.
Het carnaval is al weer voorbij en we zitten inmiddels in de tijd van vasten. Een tijd van bezinning op je leven en vooruitblik op het lijden en sterven van Jezus. Dit sterven van Jezus is het belangrijkste dat ons mensen is overkomen omdat we daardoor weer een relatie met God kunnen hebben. Waren we eerst schuldig en waren we slaaf van de zonde, nu zijn we door het bloed van Jezus vrijgekocht en zonen en dochters van God geworden. De Schepper van de hemel en aarde heeft een mogelijkheid gecreëerd om weer in contact met God te komen.
Dit lijden van Jezus en Zijn dood vieren we met het Avondmaal. Daarom is het belangrijk dit niet gedachteloos te doen en niet in het carnavalgedruis te blijven hangen. Als je het brood (symbool voor het lichaam van Christus) en het druivensap (symbool voor het bloed van Jezus) tot je neemt en de betekenis tot je door laat drinken, schreeuw je als het ware uit naar alles op aarde en in de hemel: “Jezus is gestorven voor mijn zonden, nu ben ik vrij!”