Lucas 20:25 Daarop zei hij tegen hen: ‘Geef wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’
Als christen geloof ik in de kracht van het geven. Het is goed om je tienden (eerste tien procent van het inkomen) naar het huis van God te brengen. Eigenlijk is dat nog maar het startpunt. Soms vraag je je dan wel eens af, waarom dan nog belasting betalen? Ik doe mijn deel toch al?
Zo dachten veel mensen in de tijd van Jezus ook. En ze dachten dat Jezus hiermee instemde. Helaas voor hun. Jezus benadrukte dat er zowel wereldse overheden zijn om te volgen, als goddelijke overheden. Beiden vragen om onze gaven, de een in de vorm van belasting, de ander in de vorm van tienden. Aan beiden dienen we te geven.
Jezus plaatste de een ook niet voor de ander. Geven aan de overheid is net zo onze goddelijke plicht als geven aan de kerk is. Hoewel het een plicht is, mag je het nog steeds zien als een “geven”. En dat betekent dat het naar je terug zal komen. Want wie geven, zullen ontvangen. (Matt. 13:12)