Psalm 76:5 De geweldige bergen kunnen zich niet met U meten in pracht en heerlijkheid.
Veel mensen zijn nu bezig hun vakantie te plannen. Een zonnige strandvakantie, een actieve survival boservaring, een culturele stedentrip, een verre gezinsreis of een bergklim en klautertocht. Welke vakantievorm ik ook kies, bergen hebben voor mij altijd een bepaalde aantrekkingskracht: hoe je daar na een klimtocht op de bergtop kunt genieten van een prachtig uitzicht, hoe water zich een weg zoekt naar beneden, hoe bomen zich op de meest onmogelijke plekken vasthouden op richels en randjes, hoe dieren daar met schijnbaar gemak op de schuine helling verplaatsen, hoe ik mij kan voorstellen dat ergens op die berg nog nooit een mens geweest is en misschien wel ergens een onontdekte ingang van een grot is. Bergen geven mij een nietig gevoel.
Nu zijn er verschillende bergen met ieder hun eigen eigenaardigheden: stijl, hoog, groot, glooiend, met witte bergtoppen. In ieder geval indrukwekkend. En toch …
Wanneer je op vakantie in de bergen bent, besef je dan dat deze geweldige bergen zich toch niet kunnen meten met de macht en schoonheid van God. Hij is degene die de bergen heeft gemaakt, met zijn vinger de dalen en valleien erin heeft geboetseerd, bedacht heeft waar de boomgrens zou moeten zijn, levensvormen op onmogelijke hellingen gecreëerd, kostbare gesteentes in de bergen geplaats om gevonden te worden en met Zijn machtige hand sneeuw over de toppen gestrooid. De bergen weerspiegelen de macht en schoonheid van God.