2 Kronieken 31:11-12
11 Toen zei Hizkia dat er in de tempel voorraadkamers ingericht moesten worden. Dat gebeurde. 12 Trouw bracht iedereen zijn gaven naar de tempel. Alles werd in de voorraadkamers opgeslagen. De Leviet Konanja was de hoofdopzichter. Hij werd daarbij geholpen door Simeï. (BB)
Met de komst van koning Hizkia, die de dienst aan God herstelt, wordt ook het brengen van de gaven en tienden naar de tempel ingevoerd. Trouw bracht iedereen zijn gaven naar de tempel. Vandaag bleef ik hangen op het woord gaven.
Wat zijn gaven? Zijn dit alleen maar materiële eigenschappen of zijn gaven letterlijk datgene wat wij bezitten? Praten we hier alleen over geld, eten (etc.), of mogen we weten dat onze talenten en vaardigheden ook een bijdrage kunnen hebben om de tempel te bouwen en de voorraadkamers te vullen?
Ik geloof dat naast het geven van onze bezettingen, het inzetten van onze talenten en vaardigheden ook bijdragen aan het bouwen van Gods huis. Sterker nog, onze talenten en gaven kunnen letterlijk voorraad bieden aan mensen die Gods huis binnen lopen en smachten naar een glimlach, een gesprek of een fijne ervaring.
Laten we de voorraadkamers niet alleen vullen met onze tienden en materiële offers, maar laten we de voorraadkamers vullen met gastvrijheid, creativiteit, ideeën en al onze andere talenten zodat de mensen die Gods huis bezoeken daarvan kunnen ontvangen.
Breng wat jij hebt naar de voorraadkamers. Het zal niet alleen jou bouwen, maar iedereen die de tempel binnen wandelt.