‘Jezus wist wel wat in hen omging en vroeg: ‘Wat gaat er in uw hart om?’
Marcus 2:8
We lezen hier over de verbazing van de bijbelgeleerde toen Jezus vergeving uitsprak over een verlamde man. Hij stelt ze een gewetensvraag, dat weten we doordat er staat: “Jezus wist wel wat er in hen omging.”
Soms stelt God ons gewetensvragen om ons te herinneren aan zijn grootheid. We zijn zo overtuigd van onze eigen, of wereldse manier van denken, dat we twijfelen aan de wijsheid van God. We verstoppen ons voor hem in de hoop dat hij niet ziet wat we doen, terwijl we weten dat er niets aan hem voorbij gaat.
We lezen dat ook in Genesis 3:9: ‘De Here God riep: ‘Adam, waar ben je?’’. Adam en Eva proberen zich te verstoppen voor God. God vraagt: “Waar ben je?”, maar weet natuurlijk wel waar ze zijn. Hij wil Adam en Eva er echter op wijzen dat het feit dat ze zich willen verstoppen nutteloos is.
Soms zijn we verbaasd over dingen die we lezen of horen, of verstoppen we ons voor de waarheid. Welke gewetensvraag stelt God jou? Welke gewoonte moet je allang achter je laten, maar probeer je te verstoppen voor God? Breng het bij hem, want Jezus kwam niet voor een ‘quick fix’ genezing, maar voor oneindige genezing.
‘Wat is makkelijker om te zeggen tegen deze verlamde man: “Uw zonden zijn vergeven,” of: “Sta op en loop”? …. Als iemand van Mij vergeving krijgt, hééft hij vergeving gekregen.’’
Marcus 2:9-10
One thought on “De gewetensvraag”
Mooi Stuk Bijbelkracht weer !
Comments are closed.