2 Korintiers 12:14-15a Ik sta klaar om u nu voor de derde keer te bezoeken, en ik zal u niets kosten. Het gaat mij niet om uw geld, maar om u. Niet de kinderen moeten voor de ouders sparen, maar de ouders voor de kinderen. 15 Ik wil graag alles wat ik bezit aan u geven, tot mezelf toe.
Er is vandaag de dag heel wat kritiek op hen die de Bijbel “apostel” noemt. Apostel betekent “gezondene” of “ambassadeur”. Het is iemand die uitgezonden is om het evangelie aan groepen mensen te verkondigen, vaak in de vorm van het stichten van kerken.
Paulus is de bekendste en grootste apostel uit het Nieuwe Testament. Hij was een gezondene tot de heidenen, de niet-Joodse mensen van zijn tijd. Door hem en zijn leerlingen zijn heel wat kerken en huiskringen gestart in die tijd.
Dat heeft hem alles gekost. Hij schrijft elders in 2 Korintiers dat hij nachtenlang zonder slaap is geweest, buiten op de open oceaan, naakt en zonder eten. Hij is verkeerd beoordeeld en behandeld, hij heeft vaak zonder begrip van anderen zijn werk gedaan. Waarom? Omdat de passie van Jezus in hem brandde. De passie die Jezus aan het kruis dreef en Hem zijn leven kostte, was de passie die Paulus ertoe noopte alles wat hij bezat te geven, “tot mezelf toe” schrijft hij.
Vandaag de dag hebben weinig mensen door welk prijskaartje een apostel van Jezus betaald heeft voor z’n werk. Het is alsof veel christenen als kinderen zijn die niet weten welke prijs hun ouders eigenlijk betaald hebben zodat zij eten, onderdak en een toekomst kunnen hebben. In plaats van apostelen te veroordelen en bekritiseren, laten wij voor ze bidden en van ze leren.
Dan word je volwassen.