Matteus 19:29 En ieder die broers of zusters, vader, moeder of kinderen, akkers of huizen heeft achtergelaten omwille van mijn naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven.
Veel mensen vinden het moeilijk om afscheid te nemen van dat waar ze aan gewend zijn. Of het nu hun familiale banden of omstandigheden zijn, of hun werk en bezittingen.
Wat de rijke jongeman tegenhield om Jezus te volgen waren niet zijn goede intenties of daden, het waren zelfs niet zijn bezittingen, maar zijn vastgeroest zitten aan zijn bezittingen.
Daarom beloofde Jezus aan Petrus en al zijn volgelingen dat ze gezegend zouden worden in dit leven, en daarna, wanneer ze alles zouden achterlaten voor Hem (vs. 27-29).
Dit is waarop je moet bouwen wanneer Jezus je ergens toe roept. Ik heb geregeld gesprekken met mensen die het gevoel hebben dat ze hun baan, land of familie (een tijdje) vaarwel moeten zeggen om iets te gaan doen voor God. Sommigen doen dit uiteindelijk, anderen niet. Het geheim dat je zal helpen om het wel te doen, is een onuitblusbaar verlangen naar Gods roeping.
Dan is loslaten een toegang tot Gods honderdvoudige voorziening. Voor nu. Voor later.