Ezechiël 43:7a ‘Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon, de plaats waar ik mijn voeten zet.’
In het oude testament wilde God graag wonen te midden van Zijn volk. Daarvoor liet hij een tempel bouwen en Hij was erg specifiek over deze tempel. In de voorgaande hoofdstukken zien we een hele gedetailleerde beschrijving over hoe de tempel eruit moest zien. De tempel is nu helemaal af en nu kan God daar zijn intrek nemen.
In het nieuwe testament zien we dat God nog steeds wil wonen te midden van Zijn volk, maar dan nóg dichterbij. Hij wil namelijk ín ons wonen. En door het offer dat Jezus gebracht heeft kan dat ook, omdat wij daardoor rein en heilig voor God staan. Jij en ik zijn een tempel waar God woont.
Sta je er echter wel eens bij stil waar God dan wil zitten? Hij wil niet op de slaapbank worden neergezet of in de logeerkamer. Nee, jij bent nu de plaats waar Zijn troon staat en op die troon wil hij ook zitten. Dit betekend dat hij de Koning is en dat Hij degene is die regeert in jou. Niet jijzelf, maar God heeft het nu voor het zeggen. Heb je Hem die plek al aangeboden?