Genesis 28:4 ‘Moge hij jou en je nakomelingen de zegen van Abraham geven, zodat je het land waar je nu nog als vreemdeling woont en dat God aan Abraham heeft gegeven, in bezit krijgt.’
Isaak spreekt deze woorden tegen zijn zoon Jakob.
Maar God spreekt deze woorden ook tegen ons. “De zegen van Abraham” geldt namelijk ook voor jou. Wat is die zegen dan?
Het antwoord vinden we in Galaten 3:9 en 14: “En dus wordt iedereen die gelooft samen met Abraham, de gelovige, gezegend. (…) Zo zouden door [Christus Jezus] alle volken delen in de zegen van Abraham en zouden wij, zoals ons is beloofd, door het geloof de Geest ontvangen.”
De zegen van Abraham is niet een beloofd land, een huis of een baan. Het is een levende relatie met de God van Abraham zelf. Door geloof en vertrouwen.
Doordat zijn Geest in ons hart is uitgestort! (Rom. 5:5)