Genesis 15:1 Na deze gebeurtenissen sprak de Here met Abram en zei: ‘Wees niet bang Abram, want Ik zal u beschermen en zegenen.’
Na welke gebeurtenissen? Als we Genesis 14 lezen, dan weten we wat er vooraf ging aan Genesis 15… In dat hoofdstuk zien we dat Abraham een tiende deel van zijn buit weg geeft aan een onbekende koning, Melchizedek. [Melchizedek is een beeld van Jezus, die nu de tienden van ons in ontvangst neemt (Hebreeën 7).]
Abraham krijgt van God de bemoediging dat hij niet bang hoeft te zijn, dat God hem zal beschermen én dat God hem zal zegenen.
Soms wanneer je (veel) geld weg geeft dat je denkt zelf nodig te hebben kan een angst je bekruipen. Een stemmetje kan in je oren fluisteren: “weet je zeker dat God zal voorzien?” of “100% min 10% is 90%”. Voor je het weet gaf je in geloof, maar leef je in onzekerheid nádat je gegeven hebt. Dit is niet van God. We mogen aan God geven omdat Hij te vertrouwen is. En Hij zal altijd voorzien: voor ons zorgen, onze financiën beschermen, en ons zegenen (Heb. 11:4-6, Heb. 13:5-6a, 2 Kor. 8 en 9, Fil. 4).
God zegt dus tegen jou wat Hij tegen Abraham (de man van geloof zei) nadat die had gegeven:
Wees niet bang Abram, want Ik zal u beschermen en zegenen.
Vertrouw op Gods bescherming en zegen. Vrijgevigheid doet je nooit tekort.