2 Korintiërs 10:17 “Als iemand wil opscheppen, laat hij dan opscheppen over wat de Heer heeft gedaan.” (BB)
Nederlanders kennen het gezegde: ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg.’ We zijn geen volk dat trots rondtoetert hoe goed we zijn. Dat zet zich door tot op persoonlijk niveau. Hier vinden we het moeilijk te zeggen wat we gedaan hebben. Daar waar andere culturen het geen enkel probleem vinden zichzelf eens goed op een voetstuk te plaatsen, doen wij dat niet.
En toch zijn wij een trots volk. We zijn trots op onze kleur oranje, ons koningshuis, onze strijdt tegen de zee, onze tolerantie, onze handelsgeest, onze bijzondere tradities, onze lengte, onze eerlijke directe botheid en onze ‘gezelligheid’ die nergens op de wereld te vertalen is.
Ook daarmee zetten we ons in het middelpunt van wat je trots kunt noemen. Toch schrijft Paulus dat als je echt wilt opscheppen dat moet gaan over wat God heeft gedaan in je leven. God, de Schepper van hemel en aarde, wil graag de allerbelangrijkste zijn. Niet alleen in jouw leven, maar in het leven van elk schepsel. Wij kunnen nog zo slim en handig zijn, maar toch verbleekt dat bij wie God is en wat Hij doet. Hij is de bedenker van het leven zelf. Dus als je echt wilt opscheppen, schep dan op over de Bedenker en Gever van het leven zelf.