Matteüs 22:36-40 ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’
Eigenlijk was de tekst voor vandaag alleen vers 36-39, maar ik kan het niet laten deze verzen in hun context te zetten van waar ze in bedoeld zijn: namelijk de hele Bijbel. Alles in de Bijbel draait er om dat God de eerste plaats wil hebben in jouw leven. Ten eerste omdat God geen andere goden naast zich duld, daarnaast dat Hij een exclusieve relatie met jou wil, maar ook omdat dit je helpt je steeds te richten op degene die het beste met jou voor heeft. Je dus niet te richten op je omstandigheden, maar te richten op de Schepper van hemel en aarde. De Almachtige God. De Redder van de wereld.
Daarnaast wijst Jezus er op dat het leven niet om jou draait, maar om alle mensen. Maar als jij niet goed voor jezelf zorgt, hoe kun jij dan voor iemand anders zorgen. En andersom, als jij alleen maar oog hebt voor anderen, hoe zorg jij dan voor jezelf?
Dit is een bijzondere driehoeksrelatie: je hart, je ziel en je verstand in relatie met God, de ander en jezelf. Telkens kun je weer kijken hoe en waar jij staat in deze driehoek en daarop je leven aanpassen.