Esther 3:13 Koeriers brachten de brieven naar alle gewesten van het rijk. Zo werd overal dit bevel bekend: ‘Alle Joden, jong en oud, vrouwen en kinderen, moeten worden gedood op de dertiende dag van de twaalfde maand van het volgende jaar. Hun bezittingen mogen in beslag worden genomen.’
De duivel kan niet aan God komen, dus probeert hij aan Gods mensen te komen. En daarbij begint hij bij de Joden. Het Joodse volk is het door God zelf uitverkoren volk. Begonnen met Abraham, Isaak en Jakob, met als afstammeling Jezus van Nazareth – de redder van de hele wereld. Het Joodse volk is de wortel waar wij (de rest van de christenen) als takken op geënt zijn, zie Rom. 11.
Dit duivelse plan van de dood beweegt harten en gedachten van aardse leiders, zoals koning Ahasveros (5e eeuw v.Chr.), om de Joden uit te roeien. Dankzij koningin Esther ging dit plan niet door. Zij stelde haar eigen leven in de waagschaal, en zo werd een plan bedoeld ten kwade, omgesmeed ten goede. De aanstichter, Haman, werd later zélf opgehangen (Esther 7:10).
God ziet elk kwaad plan. En Hij werkt door Zijn dienaren en dienaressen om dat kwaad te bestrijden, ook al wagen we daarvoor soms ons eigen leven. God zal het laatste woord hebben. Laten we bidden voor vrede voor Israël.