Handelingen 19:23-26a In diezelfde tijd ontstond er in Efeze grote opschudding over de persoon van Jezus. 24 Het begon bij Demetrius, een zilversmid die zilveren tempeltjes van de godin Artemis maakte en vele vakmensen werk verschafte. 25 Hij riep zijn mannen bij elkaar, haalde er ook nog andere vakbroeders bij en zei tegen hen: 26 ‘Mannen, u weet dat wij in ons vak een goede boterham verdienen…
Wanneer we de naam van Jezus verspreiden moeten we niet denken dat dat zonder slag of stoot zal gaan. Er zijn talloze afgoden en demonen die aanbeden worden in steden en gewesten. De afgod van drugshandel, pornografie, horoscopen, loterijen, noem het maar op. Daar waar mensen Jezus gaan volgen, zullen ze breken met deze dingen, en dat vinden deze goden en hun bazen (of onderdanen) niet leuk.
Omdat het evangelie van Jezus een bedreiging is voor die afgoden en hun territorium, zullen ze gaan stuiteren en weerstand proberen te bieden.
Dit is van alle tijden. Ook Paulus en zijn metgezellen riepen veel weerstand op bij de bevolking, de bazen en de goden van die tijd. Maar zij lieten zich er niet door tegenhouden of intimideren. Zij wisten dat Jezus belangrijker én sterker is dan wie dan ook.
Gebed – “God, dank U dat U mij laat inzien, dat Jezus sterker is. Ik wil Zijn naam verspreiden, welke weerstand dit ook oproept. Samen met U wil ik de wereld winnen voor U.”