Johannes 6:8 en 9 ‘Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei: ‘Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen – maar wat hebben we daaraan voor zo veel mensen?’
Eén van de bekendste wonderen van Jezus is het voeden van 5.000 man. Alsof dat nog niet genoeg is zeggen we daar dan nog bij: ‘vrouwen en kinderen nog niet eens meegeteld.’ Jezus test hier Zijn discipelen of ze geloven wat ze gezien hebben al die tijd dat ze met Jezus meelopen.
Een beetje glimlachend lees ik de verzen 8 en 9 en denk: ‘Andreas, Andreas … heb een beetje meer geloof. Jezus gaat gewoon al die mensen te eten geven.’ Wij weten de uitkomst, maar ik vraag mij af wat jij in die situatie zou doen?
Andreas denkt: ‘Ik heb Jezus enorm veel dingen zien doen, maar dit kleine beetje brood, … Hij zou toch niet … of wel?? Nee, dat lijkt mij onmogelijk, maar toch Hij is toch de genezer, de wonderdoener, de Zoon van God?’ Hij biedt het toch aan Jezus aan, met een slag om de arm. Jezus neemt het kleine beetje geloof van Andreas en laat daarop één van de meest tot onze verbeelding sprekende wonderen zien.
Waarvoor heb jij een klein beetje geloof? Jezus neemt dat kleine beetje geloof om te laten zien dat Hij daar alles mee kan.