Psalm 120:1
Een pelgrimslied. Heer, toen ik bang was, riep ik U om hulp en U heeft mij gered. (BB)
Een pelgrimslied. Zo beginnen Psalmen 120 tot en met 134. Het waren liederen geschreven voor de pelgrimstocht naar de tempel in Jeruzalem.
In het oude testament maakten Israëlieten een reis naar de tempel om bij God te kunnen zijn, om offers te brengen en feestdagen te vieren.
Wij maken dit soort reizen elke dag. Wij zijn ook pelgrims.
Elke dag kunnen we in Gods nabijheid zijn, en tegelijkertijd gaan we door geloofsreizen heen. De ene keer staan we onderaan de berg en helpt God ons op weg om te sterken in ons geloof door moeilijke periodes. De andere keer laat God ons zien dat we boven op de berg staan, samen met Hem.
Voor elke reis is er een lied. Een lied die we mogen zingen om God te vertellen hoe we ons voelen, waar we doorheen gaan of waar we naar verlangen. Maar sterker nog, liederen helpen ons te herinneren aan wie God voor ons is en en wat Hij voor ons doet en heeft gedaan.
In elke reis mogen we dan ook onze stem verheffen. Ons lied is een krachtig iets en helpt ons om naar de plek van bestemming te komen.
Waarom zing je vandaag niet jouw lied naar God?