Zefanja 3:10
‘De mensen die ver weg aan de andere kant van de rivieren van Ethiopië wonen, zullen hier komen om Mij te aanbidden en offers te brengen.’
In veel plaatsen in de Bijbel lezen we over plekken waar mensen heen gaan om God te ontmoeten. Een andere stad, een tempel, allerlei dingen moesten er gebeuren om bij God in de buurt te komen. Ook vandaag hebben we vaak een plek of omgeving nodig om ‘in aanbidding’ te komen. De juite muziek door een band in de kerkdienst, of soms zelf pas op een conferentie.
Toch is aanbidding bedoeld voor elke dag. We zijn gemaakt om een relatie te hebben met onze Hemelse Vader. Ook zijn we geprogrammeers om te aanbidding. Iedereen aanbid iets, als je God niet aanbid, aanbid je wel je partner, of je ouders, of iemand anders tegen wie je opkijkt.
Wikipedia omschrijf aanbidding als: “Het bewijzen van eer aan God”. En Psalm 63 zegt “Uw goedheid en trouw overtreffen het leven zelf. Ik zal met mijn mond uw naam grootmaken.”
Als Gods goedheid beter is dan het leven zelf, dan willen we Hem aanbidden. En als aanbidding betekend ‘eer geven aan God’ zouden we Hem dan kunnen aanbidden in alles wat we doen? Hem de eer geven in alles wat we doen, alles wat we hebben, alles wat we geven.
Aanbidding kan altijd en overal.