Handelingen 6:7 Gods boodschap kreeg steeds meer bekendheid. In Jeruzalem nam het aantal volgelingen van Jezus sterk toe.
Uit geklaag en ontevredenheid ontstaan soms mooie dingen. Als je er wijs mee omgaat.
Hier zien we dat de eerste kerk een periode van explosieve groei in gaat, na een tijd van ontevredenheid. Er was geklaag tussen Grieks en Hebreeuws sprekende mensen over de verdeling van voedsel aan weduwen. De reden dat het misging en dat er werd geklaagd, was dat de twaalf apostelen teveel te doen hadden. Ze verzuchten in vers 2, ‘Wij kunnen niet alles tegelijk. Als wij het voedsel moeten uitdelen, hebben wij geen tijd meer om erop uit te gaan en Gods boodschap door te geven.’
De apostelen waren bezig met voedsel uitdelen, een nobele taak, maar een taak die ook door anderen kon worden uitgevoerd. Doordat ze voedsel uitdeelden hadden ze geen tijd meer om Gods woord uit te delen. Daarom stelden ze zeven wijze, verstandige, geestvervulde mensen aan die deze praktische taak van hen konden overnemen. Sindsdien begon de kerk weer te groeien.
Ook vandaag de dag zien we dat de kerk soms stopt met groeien wanneer een te klein gezelschap alles probeert te doen, zonder nieuwe mensen erbij te betrekken en de gaven en talenten van álle gelovigen in te zetten. Ik noem dit het ‘Mozes syndroom’. Mozes, lezen we in Exodus 18, deed alles. Tienduizenden mensen en maar één leider. Een recept voor burn-out.
Wanneer de leider de stoelen klaarzet, de aanbidding leidt, het woord brengt, de koffie schenkt en de deur afsluit, dan kun je van één ding zeker zijn: het woord dat hij brengt zal een slappe hap zijn, gezien hij zich niet voldoende in gebed en studie heeft kunnen voorbereiden. Maar wanneer de gaven en talenten van álle gelovigen worden aangewend, dan zien we een team ontstaan. Een team van wijze, geestvervulde mensen. De één leidt een gastenteam, de ander leidt de band, een derde schrijft connectgroep notes. Iedereen draagt wat bij, en zo groeit de kerk.