Genesis 11:1 Ooit werd er op de hele aarde één enkele taal gesproken
Ooit is een woord dat mij doet denken aan heel lang geleden of iets wat in de verre toekomst komen gaat. Toch kunnen we ook nu één taal spreken.
In de genoemde periode werd in ieder geval één taal gesproken (in de grondtekst wordt zelfs genoemd: één taal en dezelfde woorden.) en God vond het blijkbaar geen goed idee. Daarom bracht Hij een spraakverwarring (vs 7 en 8).
Het zou toch eigenlijk best handig zijn als we allemaal dezelfde woorden zouden spreken en één taal. Toch is het niet vanzelfsprekend dat als we één taal spreken en dezelfde woorden gebruiken we ook hetzelfde bedoelen. In veel christelijke kerken en daaromheen liggende geloofsovertuigingen en stromingen worden dezelfde woorden gebruikt die in de Bijbel staan, maar iedereen legt dit anders uit. Als ik vraag om een zwarte hond met witte stippen in gedachten te nemen is het niet vanzelfsprekend dat we dezelfde hond voor ogen hebben. Zo is het ook met de woorden uit de Bijbel.
Het is belangrijk dat we bij elkaar controleren of we het zelfde zeggen en bedoelen vanuit een grondhouding van liefde voor die ander. Eén dezelfde taal is dan minder belangrijk dan een grondhouding van liefde. Dezelfde taal spreken begint namelijk bij liefde voor de ander want al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal. (1 Kor 13:1)