Jesaja 14:5, 7 De Heer heeft de stok van de goddelozen gebroken (…) Overal op aarde is rust en vrede, vrolijk gejubel weerklinkt
Het hoofdstuk van vandaag is een profetie van Jesaja voor zijn volk, dat in ballingschap was weggevoerd. Jesaja houdt het volk voor: “De Heer zal jullie vrede geven (Jes 14:3)”. Dat moet moeilijk te geloven zijn geweest voor het volk, dat niet meer woonde op de plek waar ze thuis waren, en slaaf waren geworden van een vreemd volk. En toch klinken de woorden van Jesaja “overal op aarde is rust en vrede, vrolijk gejubel weerklinkt”.
Ik denk dat de kern van geloven is dat je dingen verwacht te gaan zien die je nog niet ziet. Net als bij Jesaja, die gelooft dat er voor zijn volk vrede en rust zal zijn, geloof ik dat God vrede geeft in de wereld. Ik geloof dat hij het kwaad zal breken, ik geloof dat overal op aarde rust, vrede en vrolijkheid aanwezig zal zijn. Niet dat ik dat nu al zie, maar ik geloof dat dat zo gaat zijn omdat God het beloofd heeft.
Profetieën als deze van Jesaja zijn uitdagend: ze stellen ons de vraag in welke staat ons hart verkeerd. Geloven we in de goede afloop, of zijn we cynisch en hebben we de hoop opgegeven? Of zitten we er ergens tussenin? Een vraag om voor jezelf te beantwoorden of ervoor te bidden.