Esther 6:6 Toen Haman binnengekomen was, vroeg de koning hem: ‘Wat moet er gedaan worden als de koning iemand eer wil bewijzen?’ Haman dacht bij zichzelf: Aan wie zou de koning meer eer willen bewijzen dan aan mij?
Toen een van mijn kinderen een jaar of 6 was zei hij na het gebed voor het slapen gaan: ‘wat kan ik mooi bidden he pappa! God zal hiermee wel heel blij zijn’. Natuurlijk heb ik gezegd dat God heel blij was dat hij zo mooi kon bidden, in de verwachting dat hij door zou gaan met zijn leven met God.
God kan ook enorm genieten van een oprecht geloof, oprecht gebed en een oprecht hart dat uitgaat naar hem. Niet voor niets zegt Jezus dat we moeten worden als de kinderen. Er zijn echter christenen die blijven hangen in het zoeken naar bevestiging waardoor ze op een gegeven moment niet meer oprecht zijn. De vorm is belangrijker dan het hart waar het uit komt en deze mensen zijn als het ware ‘beroeps christen’ geworden. Sommige vinden dan ook dat ze het eigenlijk wel heel erg goed doen. Op hen valt weinig aan te merken. Ze houden zich aan alle wetten en geboden. Zo goed, dat ze wel een plekje naast Jezus verdiend hebben. Eigenlijk hebben ze Jezus niet nodig. En als Jezus dan aan hen zou vragen: ‘hoe zou ik iemand eer kunnen geven’, nou dan weten ze het wel. ‘Jezus heeft eindelijk gezien dat ik het zo goed doe’.
We volgen Jezus niet om een plek in de hemel naast Jezus te verdienen. We volgen Jezus omdat we Zijn liefde willen beantwoorden. Jezus vraagt om hem te volgen: Hij kwam als dienaar om de mensen met God te verbinden.
Ben jij ook iemand die alles aan de kant zet om anderen te dienen en zoveel mogelijk te lijken op Jezus. Aan wie zou jij meer eer willen bewijzen dan aan Jezus zelf?