Gebed van Jabes

Posted on Posted in Leven

1 Kronieken 4:10 Jabes bad tot de God van Israël: ‘Zegen mij: maak mijn grondgebied groot en bescherm me tegen het kwaad, zodat ik geen pijn hoef te lijden.’ God gaf hem wat hij gevraagd had.

De meeste mensen worden opgevoed met het idee dat ‘degenen die vragen worden overgeslagen’. We wachten dus keurig op onze beurt. Totdat we in ons stilzwijgen opvallen en aandacht krijgen. Ik weet nog goed dat je dan in de klas zat met de armen over elkaar en, om te benadrukken hoe stil je was, een wijsvinger voor je lippen. Het toppunt van stilzwijgend aandacht vragen.

God reageert hier echter op een gebed van Jabes. En gebed die wij mogelijk wat vrijpostig vinden. Jabes wil veel grond en bescherming tegen het kwaad zodat hij geen pijn hoeft te lijden. In plaats van je af te vragen waarom dit hier geschreven staat temidden van een enorme opsomming van namen en waarom God zijn gebed verhoord kun je ook kijken naar de leerpunten. Jabes doet hier in ieder geval drie dingen heel goed:
– Hij bidt
– Hij bidt en vraagt aan God (van Israel, de enige God)
– Hij is concreet in zijn gebed

God wil niets liever dan ons zegenen. Misschien moet jij eens goed nadenken over wat voor jou zegen is. Vragen staat vrij, God kan altijd nog zelf bepalen of Hij het gevraagde wil geven of niet, maar als je niets vraagt kan het zijn dat je ook niets ontvangt. Probeer eens concreet te zijn in je gebed. Je zult verbaasd zijn.