Johannes 6:9 Hier is een jongen die vijf gerstebroden en twee gedroogde vissen heeft. Maar wat hebben wij daaraan voor zoveel mensen?
Het jongetje had die ochtend lunch meegekregen van z’n moeder. Vijf broodjes zaten in zijn trommel en 2 blikjes vis. Verwennerij. Het jochie was onderweg naar school, naar familie of wie zal het zeggen. Niemand die het weet. Maar hij was de enige in de wijde omtrek die te eten meehad toen de leerlingen van Jezus naarstig op zoek waren naar wat voedsel. Sterker, er waren duizenden mensen om te voeden. Een van de leerlingen vroeg aan de jongen: “Wil jij je lunch aan Jezus geven? Hij heeft het nodig.”
Wat zou je doen als je het jochie was? Jij hebt lunch meegekregen van je moeder. Je weet niet wat er gebeurt als je het afgeeft. Opgeeft.
Hij gaf het op, hij gaf het aan Jezus. En toen gebeurde het wonder. Een vermenigvuldiging aan duizenden. Iedereen at z’n buikje meer dan vol, inclusief de jongen.
Wat zal hij geglunderd hebben toen hij thuis het verhaal aan z’n moeder vertelde.
Laten ook wij niet aarzelen om onze bezittingen aan Jezus te geven. Ook al lijk je niets over te houden, kijk maar wat Jezus er mee kan doen. Wanneer je aan Jezus geeft dan komt het goed. Meer dan.