1 Samuel 8:22 Toen zei de HEER tegen Samuel: ‘Geef gehoor aan hun verzoek en stel een koning over hen aan.’

Wanneer je herhaaldelijk bij God op iets aandringt terwijl Hij weet dat het beter is dat je het niet krijgt, zal Hij het je toch geven. De jongste zoon in de gelijkenis van de verloren zoon kreeg de erfenis terwijl zijn vader wist dat hij er niet mee om kon gaan. Het volk Israël kreeg een koning terwijl God liever had dat Hij zelf hun koning was (maar dat wilde het volk niet, 1 Sam. 8:7).

God geeft ons vaak waar we (herhaaldelijk) om vragen, of dat nu goed voor ons is of niet. Waarom? Omdat vaders hun kinderen uiteindelijk vrij moeten laten om zelf uit te vinden hoe de wereld in elkaar zit. Omdat God de mensheid zo gemaakt heeft dat wij schepselen zijn met een eigen vrije wil. Een vrije wil die hij, vanaf het paradijs al, zo respecteert dat Hij de keus liever aan ons laat dan dat Hij alles voor ons bepaalt. Alleen op die manier kunnen we ontdekken wat het is om kinderen van God te zijn. Autonome wezens met een eigen wil, verstand en emoties. Wezens die voor, of tegen God kunnen kiezen. Wezens die op die manier leren wat het is om lief te hebben, en wat het is om te leven.

Bedenk dat God je soms dingen geeft die helemaal niet zijn ultieme wil zijn voor jou. Maar omdat je er zo om hebt gezeurd staat Hij toe dat je iets ontvangt waardoor je gaat leren wat het is om zelf de verantwoordelijkheid te dragen voor je eigen keuzes.

Maar weet ook: je kunt altijd bij Hem terecht als de enige Koning die het allerbeste plan voor je heeft.