Jozua 15:13-14
Maar Kaleb kreeg een eigen deel in het gebied van de stam van Juda. Hij kreeg Kirjat-Arba (dat is nu Hebron) zoals de Heer aan Jozua bevolen had. Arba was de vader van Enak geweest. Kaleb verjoeg daar de drie zonen van Enak: Sesai, Ahiman en Talmai. (BB)
Kennen we Kaleb nog? Hij was een van de 12 verkenners die op verkenning ging in het beloofde land voordat het volk van Israël het land introk. Dit verhaal lazen we in Numeri 31. Terwijl alle andere verkenners het land niet in durfden te nemen door de reuzen (Enakieten) die daar wonen, stelde Kabel het volk gerust:
“We kunnen gerust optrekken en het land veroveren. Want we zullen hen verslaan.” (Numeri 31:30)
Nu zijn we in het boek van Jozua beland. Het land is ingenomen en wordt verdeeld onder de 12 stammen van Israël. We lezen, echter, in de tekst van vandaag dat Kaleb zijn eigen land kreeg, en daarbij verjaagde hij ook nog de zonen van Enak (reuzen dus).
Is het niet toevallig dat Kaleb, degene die vol geloof het aandurfde om het land in te nemen en de reuzen te verslaan, nu zelf dit land mag innemen, en inderdaad de reuzen verjaagt?
Ik denk het niet.
God geeft ons de keus. Kaleb had geloof. Door zijn geloof werd hij eigenaar van land, en versloeg hij de reuzen.
De overige verkenners hadden geen geloof. Zij werden dan ook geen eigenaar van land, en versloegen dan ook geen reuzen.
Waar geeft God jou geloof voor? Waar heeft God jou geloof voor gegeven?
Wanneer wij vasthouden aan dit geloof, zullen we zien dat wij ook eigenaar kunnen worden van de belofte.