2 Timoteus 1:9a Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak…
Veel christenen hebben moeite de balans tussen “Maria” en “Martha” in hun leven te houden. Maria zat aan de voeten van Jezus, Martha was hard aan het werk (Lucas 10:38-42). Omdat Jezus Maria prees denken velen dat we in ons leven vooral moeten zitten en niet veel hoeven te doen. Sommigen denken zelfs dat hun “doen” hun “zijn” in de weg staat. Dit is totaal niet wat Jezus bedoelde.
Overal in het Nieuwe Testament komt terug dat God verwacht dat we leven vanuit genade, en dat we tegelijk onze redding bewerken. Enerzijds begint redding met genade. Anderzijds begint werk door diezelfde genade. Paulus roept in 1 Korintiers 15:10 uit dat hij “harder gewerkt” heeft dan alle andere apostelen, “door de genade van God”. Genade is dus niet alleen een vergeving van het verleden, het is juist ook een in staat stellen voor de toekomst. We zijn gered en geroepen… tot een heilige taak, niet tot een heilig zijn. Christen “zijn” is dus niet een afwachtende positie innemen, “zittend aan de voeten van Jezus”, terwijl je bidt dat Jezus maar gauw terug komt. Christen “zijn” is “ga heen en maak alle volken tot mijn discipelen”. Het is “ik maak jullie vissers van mensen”. Het is, “wie geen vrucht draagt, wordt gesnoeid”. Vanuit de zittende positie van genade, gaan we, bekrachtigd door diezelfde genade heel hard aan het werk. We zijn immers gered en geroepen tot een heilige taak,
2 Timoteus 1:9b niet op grond van onze daden, maar omdat hij daartoe uit genade besloten had. Deze genade was ons al vóór alle tijden gegeven in Christus Jezus.
One thought on “Gered en Geroepen”
Comments are closed.