Ezra 1:4 Degenen die níet meegaan, moeten hen die wél gaan, steunen met zilver en goud, allerlei goederen en vee. Deze steun komt bij de vrijwillige gift voor de herbouw van de tempel van God in Jeruzalem.

Wanneer je ziet hoe enorme bruggen worden gebouwd dan raak je enorm onder de indruk. De Sydney Harbour Bridge in Australië, de Golden Gate bridge bij San Francisco, het zijn voorbeelden van hoe mensen de handen ineen sloegen en jaren nauw samenwerkten voor de bouw van iets wat generaties zou overspannen. Kosten noch moeiten werden gespaard, ja mensen verloren zelfs hun leven, zodat anderen van de ene kant naar de andere kant konden komen. De brug werd een symbool van overwinning over de elementen en de vloedgolven eronder.

Dit is de houding waarmee we Gods huis zouden moeten bouwen. We geven alsof ons leven ervan afhangt, want het leven van ánderen hangt ervan af.

Bij de (her)bouw van de tempel in Jeruzalem werd enorm veel gegeven. Allereerst in dienstbaarheid. Allerlei mensen gingen mee om letterlijk mee te bouwen aan deze tempel (Ezra 1:3). En degenen die niet konden bouwen, werd gevraagd om hun zilver, goud, goederen en vee te geven. Op die manier deed ieder zijn deel en kon er iets heel moois herrijzen: de tempel van de levende God. Zo werden vrijwillig allerlei offers gebracht, waarvan vele generaties zouden profiteren.

Gebed – “God, help mij om te zien hoe belangrijk de bouw van Uw huis is, en te geven wat ik kan. Laat mij meebouwen aan dit prachtige werk van U, zodat generaties na mij hiervan kunnen genieten.”