2 Kronieken 3:17
17 Hij zette de pilaren vóór de tempel neer, de één rechts van de ingang en de ander links van de ingang. De rechter pilaar noemde hij Jachin [ (= ‘vastzetten’) ], de linker pilaar noemde hij Boaz [ (= ‘kracht’) ]. (BB)
Na een lange voorbereiding wordt Gods tempel eindelijk gebouwd. In veel detail wordt beschreven hoe er aan alles gedacht wordt. Dan eindigt het hoofdstuk met vers 17. Twee pilaren worden voor de ingang van de tempel gezet, en specifiek deze pilaren krijgen een naam:
- Jachin: diegene die God bekrachtigd
- Boaz: kracht is in hem
Ik geloof dat Salomo dit niet willekeurig heeft hedaan. Zelf zie ik dat de twee pilaren de volgende zin maken:
“Degene die God bekrachtigd heeft kracht in hem.”
De tempel, het huis van God, de plek waar wij onze kracht van Hem mogen ontvangen. Iedereen werd er aan herinnerd wanneer hij of zij de tempel in ging om met God te zijn.
God hoeven we niet meer te ontmoeten in een tempel. Door het offer van Jezus wandelen we met Hem elke dag, en ontmoeten we Hem wanneer we onze blik op hem richten. Zo wandelen we onze eigen tempel binnen wanneer we tijd nemen met God.
Wanneer je vandaag dat moment neemt, kijk dan eens om je heen. Zie de pilaren staan die stevig en rotsvast in de grond staan als een belofte over jouw leven.
Zijn aanwezigheid is de kracht voor jouw leven. Hij is jouw kracht. En Hij vult jouw met de kracht die je vandaag nodig hebt.