Marcus 12:17 Toen zei Jezus tegen hen: ‘Geef wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’ En ze waren met stomheid geslagen.

Gisteren werd bekend dat Koningin Beatrix afstand zal doen van de troon, ten gunste van haar zoon, onze toekomstige Koning Willem-Alexander. Op twitter, facebook en het nieuws waren de loftuitingen voor onze Koningin groot. Zelfs hen die in de “republiek” geloven moesten bekennen dat we toch wel een erg geweldig Koningshuis hebben.

Wat denkt Jezus er eigenlijk van, dat we op aarde koningen en keizers hebben? Je zou verwachten dat hij ons opdraagt om alleen de Koning der Koningen te volgen, en ons niet druk te maken om aardse koningen en prinsen. Niets is minder waar. De Bijbel leert dat autoriteit door God is gegeven (of mensen en overheid daar nu wel of niet goed mee omgaan) en maakt duidelijk  dat wij de overheid  moeten dienen alsof we God dienen (lees Romeinen 13).

Ook in Marcus 12 leert Jezus dat het dienen en belasting betalen aan aardse koningen op een lijn staat met het dienen van de Hemelse Koning.

Jezus was geen republikein, hij was geen anarchist, hij was geen opstandeling. Jezus kwam wel om te hervormen, maar dan niet aan de buitenkant – waar aardse instanties en machten het voor het zeggen hebben – maar aan de binnenkant.

Zijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Het zit van binnen, diep in je hart.