1 Kronieken 21:24 ‘Nee,’ antwoordde koning David, ‘ik wil er de volle prijs voor betalen. Ik ga niet iets dat van u is aan de HEER opdragen, en geen brandoffer brengen dat me niets heeft gekost.’
Het is makkelijk om goede sier te maken met het geld of bezittingen van iemand anders. Je kunt enorm gul zijn als het jou niets kost. Een prijs betalen is moeilijk, en vaak proberen we in onze relatie met God, in ons leven als christen met minder moeite iets gedaan te krijgen. Graag een beetje christendom en de volledige zegen maar wel graag met korting. Mag het ietsje meer zijn voor het zelfde geld? David kiest er hier voor om iets wat hem gratis aangeboden wordt niet te accepteren, maar voor het volle bedrag te willen kopen. Pas dan kan hij het als offer aan God geven.
Een offer kost je per definitie iets. Het is iets wat je geeft bovenop je normale giften. Dat kan geld, maar zeker ook tijd zijn. Dan denk ik aan alle vrijwilligers in de kerken die hun tijd offeren voor God in de kerk. Maar ik denk ook aan alle mensen die in loondienst zijn van de kerk en bovenop hun betaalde uren ook nog investeren in werk in de kerk waar ze niet voor betaald krijgen. Dat zijn voorbeelden die de anderen (die niet betaald krijgen) kunnen zien en dat zijn de offers die God ziet.
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik wil God niets geven wat van een ander is of mij niets heeft gekost. Ik wil er de volle prijs voor betalen, want ik wil God volledig zegenen.