1 Kronieken 10:9,13 Zij namen Sauls wapenrusting mee en hakten zijn hoofd af. Deze overwinningstekens stuurden zij hun land rond en zij dankten hun afgoden voor de prachtige overwinning. (…) Saul stierf om zijn ongehoorzaamheid aan de Here en omdat hij een waarzegster had geraadpleegd in plaats van de Here om leiding te vragen.

David vertrouwde op God toen hij oog in oog stond met een reus zo groot dat de rest van het volk bang wegkroop. Zijn vertrouwen was rotsvast. Hij sprak geloof uit, zelfs voordat hij ook maar een steen had opgeraapt: “Filistijn, vandaag geeft de Heer jou in onze handen, en zal ik je hoofd afhouwen”.

Die dag hakte David het hoofd van Goliat de Filistijn eraf. Het volk Israel vierde de overwinning en verjoeg de vijand.

Enkele jaren later wordt er een ander hoofd afgehouwen. Ditmaal is het een Filistijn die de daad pleegt: hij hakt het hoofd van Koning Saul eraf. Het volk Israel wordt verdreven.

Wanneer wij het hoofd van onze vijand er niet afhouwen door honderd procent op God alleen te vertrouwen dan zal hij komen en ons hoofd er afhakken. Sauls vertrouwen was in mensen. Hij liet zich leiden door de mening van het volk, door de waan van de dag, en door de waarzeggerij van afgoden. God kon hem niet langer beschermen maar liet hem over aan het pad dat hij zelf had gekozen.

In Jezus is elk hoofd van de duivel afgehouwen. Genesis 3:15 De vrouw en jij, en al jullie nakomelingen, zullen vijanden zijn. Een van haar nakomelingen zal jouw kop verbrijzelen en jij zult zijn hiel verbrijzelen.

In Jezus heb jij overwonnen. Vertrouw daarop.