Lucas 6:27 Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten.
Deze passage komt uit de langste preek die geregistreerd is van Jezus in de Bijbel: de bergrede. Als je zo dit vers leest kun je het gevoel krijgen dat er iets gevraagd wordt wat zo ingaat tegen onze natuur dat het eigenlijk vreemd is. Waarom zou je goed willen zijn voor mensen die een hekel hebben aan jou? Waarom zou je van mensen moeten houden die jou naar het leven staan?
Dit gaat ook letterlijk in tegen onze menselijke natuur. Een natuur waarin we alleen aan onszelf denken, als ik er maar beter van wordt, als ik mijzelf maar kan ontplooien als ik maar krijg wat ik nodig heb. Maar het gaat in Gods natuur om de ander, de relatie, geloven in de goedheid van een ander ondanks de lelijke momenten. Die natuur, dat karakter van God hoort echt bij ons. Gods karakter is liefde en als wij die liefde niet kunnen laten zien waarin zijn wij dan anders dan andere mensen?
Ons getuigenis is dat we liefde hebben onder elkaar, en dat is al lastig genoeg maar wel een stap in de richting van het liefhebben van onze vijanden en haters. Het begint bij het kijken naar anderen en zien wat God in hen ziet. Laten we daar dan ook beginnen.