Genesis 4:3-5 Op een keer bracht Kaïn de HEER een offer van wat hij had geoogst. 4 Ook Abel bracht een offer; van de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos hij de mooiste uit. De HEER merkte Abel en zijn offer op, 5 maar voor Kaïn en zijn offer had hij geen oog.
Op zichzelf lijkt het willekeur waarom God wel Abels offer accepteerde maar voor Kains offer geen oog heeft. Wanneer we dieper en verder de Bijbel induiken, komen we erachter wat de achterliggende reden precies was.
Abel wordt door Jezus een rechtvaardige man genoemd (Matteus 23), en zijn offer was waardevoller dan dat van Kain, vanwege zijn houding van geloof (Hebreeen 12). Abels houding was er een van: “ik doe wat God me zegt, en geef alleen het beste van het beste aan hem”. God wil geen tweedehands spullen, hij wil niet jouw tweedehands aanbidding, en hij wil niet jouw slechtste tijd. Hij wil het beste. Hij verdient het beste.
Vraag jezelf af bij alles wat je doet, breng ik mijn beste offer naar God? Want wanneer je het beste aan hem aanbiedt, dan win je. Zie verder Maleachi 3.