Jesaja 64:5 Wij allen zijn onrein geworden, onze gerechtigheid is als het kleed van een menstruerende vrouw. Wij allen zijn als verwelkte bladeren, verwaaid op de wind van ons wangedrag.
Vandaag is het zo ver: het is herfst! Het beeld van gekleurde bladeren die langzaamaan hun prachtige kleuren verliezen, verdorren en vervolgens wegwaaien door de zuchtende wind.
Wat een vergelijking in deze bijbeltekst!
Ben jij dat blaadje? Eens jong en fris, maar steeds meer aan kleur verliezend? En uiteindelijk worden weggeblazen door het zuchten van de wind? Of ben jij de boom uit Psalm 1:3 (‘hij zal zijn als een boom’): stevig, sterk, stabiel, geworteld! Geworteld in God en takken die steeds hoger reiken om dichter bij Gods aanwezigheid te zijn?
Kortom: val je naar beneden of reik je naar omhoog?
Kijk je waar je vandaan komt? Of kijk je naar wat je bestemming is?
Kijk je naar wie je was? Of kijk je naar wie je bent – in Christus?
Als jij een kind van God bent, dan hoef je niet meer dat blaadje te zijn. We zijn vergeven! En daardoor kan je die boom zijn: geworteld in God. Stevig en sterk. En reik met je takken omhoog!