Genesis 13:10-11 Toen sloeg Lot zijn ogen op en zag, dat de gehele streek van de Jordaan rijk aan water was; (…). 11 Dus koos Lot voor zich de gehele streek van de Jordaan
Lot keek naar de natuurlijke omstandigheden van zijn wereld en vestigde zich in het mooi lijkende gebied van Sodom. Dit pakte echter lelijk voor hem uit. Wat zijn keuze typeerde was deze zin: “dus koos Lot voor zich” (vers 11).
Lot zal het zelf niet zo hebben gezien. Maar de waarheid is: hij koos met natuurlijke ogen, en vroeg niet naar het perspectief van God.
Veel mensen, ook christenen, kijken te gauw naar natuurlijke omstandigheden om te bepalen of iets goed is of niet. Wanneer iets er mooi uitziet, denken we ‘dat moet wel Gods wil zijn’. Maar hebben we God ook geraadpleegd? Wat er mooi uitziet hoeft niet per se Gods wil te zijn, en kan wel eens lelijk uitpakken.
Vaak worden goed uitziende omstandigheden verward met Gods wil. Dingen die ik zoal heb gehoord in mijn pastorale praktijk illustreren dit principe:
- “Het is een mooi meisje, dus het moet Gods wil zijn dat we…”
- “Ik kreeg 25% salarisverhoging, dus het moet wel Gods wil zijn dat ik hier blijf werken en mijn vrouw maar eens in de zes weken zie…”
- “Het is een kans die ik niet kan afwijzen, het moet wel Gods wil zijn dat…”
Vervolgens kwamen deze mensen in omstandigheden terecht die hen afscheidden van Gods kerk, soms zelfs van een partner, en in sommige gevallen, van hun geloof.
Als iets er mooi uitziet, kan het zeker Gods wil zijn. Maar check het eerst even… Voorkom dat iets ogenschijnlijk moois, lelijk uitpakt voor je.