Jeremia 29:7 Zet u in voor de vrede en de welvaart van de stad waarheen Ik u heb verbannen. Bid voor haar tot de Here, want als uw stad welvarend is, bent u het ook.
Veel mensen kennen vers 11 uit dit hoofdstuk: “Ik ken de gedachten die ik over u koester. Gedachten van voorspoed en niet van ongeluk. Van een toekomst en een nieuwe hoop”. God spreekt deze belofte aan Zijn volk uit terwijl ze in ballingschap leven. Hij herinnert ze eraan dat Zijn gedachten en Zijn beloften nooit zijn veranderd. Zolang het volk aan die gedachten vasthoudt en hun God zoekt, zál het ze goed gaan.
Op een of andere manier lijken veel christenen moeite te hebben met de zogenaamde term ‘welvaartsevangelie’. Nu zijn daar inderdaad vele vormen en uitingen van, en sommige staan zeker ver van het evangelie af. Maar in principe is er niets mis met die term, sterker nog: we zouden het wel wat vaker mogen gebruiken. God wil namelijk dat het ons wel vaart. Hij is een goede vader die wil dat het goed gaat met Zijn kinderen. Hij wil dat de stad waarin we leven welvarend is, en dat wij ons inzetten voor haar welvaart. Want als de stad welvarend is, dan zijn wij het ook.
Wanneer je bidt en werkt in jouw stad, onthoud dan: “Deze stad is mijn kerk. Ik zal bidden voor haar welvaart. Ik zal me inzetten voor haar voorspoed. Want God wil dat het ons goed gaat. Zodat we tot zegen kunnen zijn voor de wereld.”