Johannes 7:37 Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus op en sprak de mensen toe: ‘Als u dorst hebt, kom dan bij Mij om te drinken.
Jezus is bij een geweldig feest van God, je zou het een kerkconferentie kunnen noemen: De gelovigen komen samen voor een oogstfeest, om te vieren wat God hun heeft gegeven, het ‘Loofhuttenfeest’. De laatste dag van dat feest is de beste, zoals het bij veel conferenties gaat. Er is verwachting gecreëerd, er is een open sfeer, de mensen zijn relaxed en vol verwachting tegelijkertijd.
Ben jij ook wel eens bij zo’n conferentie geweest, of in een kerkdienst? En ben je dan ook vol verwachting?
Dan staat Jezus op en het eerste woord dat Hij zegt is het woord als. “Áls u dorst hebt, kom dan bij Mij”. Dat is opvallend. Blijkbaar kun je rondlopen in de nabijheid van Jezus, zonder dat je echt dorst hebt. En dan hoef je ook niet bij Hem te komen, want dan kan Hij niets voor je doen.
Maar áls je dorst hebt… áls je verlangt naar Levend water… áls je wanhopig op zoek bent om gevuld te worden met Gods liefde… Kom dán naar Jezus om te drinken.
Dit is een les voor ons. Want hoeveel dorst hebben we nu eigenlijk? En waar laten we die dorst lessen? Pas wanneer je dorst hebt naar God dan word je dorst gelest. En goed ook.
Dit is ook een les voor bedienaars van Gods woord en van Jezus’ liefde. Wanneer je bidt voor mensen, richt je dan op hen die echt willen. De mensen die het meeste dorst hebben. Richt je dan op hen die als eerste vooraan staan, die direct hun hand in de lucht gooien, die als Zacheüs een boom in kruipen of als de vrouw met bloedingen zich door een menigte dringen, op weg naar Jezus.
Zij die dorst hebben. Zíj zullen gevuld worden.