Romans 9 20-33 The Message
’ll call nobodies and make them somebodies;
I’ll call the unloved and make them beloved.
In the place where they yelled out, “You’re nobody!”
they’re calling you “God’s living children.”
In een wereld die zo groot is en vandaag de dag misschien juist heel klein, kan je het gevoel hebben dat je er in verdwijnt, onzichtbaar bent. Je zekerheden lijken onzeker, wat je dacht te weten, wankelt in onduidelijke waarheden. Wat moet je, wat kun je, wie ziet je en wie ben je?
Er is Iemand die zo groot is, maar ook heel klein. Die de wereld geschapen heeft (Behoorlijk grote manifestatie) maar ook weet hoeveel zandkorrels er op het strand liggen (Hoe dan??) Dat is behoorlijk indrukwekkend, toch!
Hij ziet jou en weet van jouw bestaan, tot in de kleinste details. Hij koos er voor je lief te hebben, nog voordat je zelf kon beseffen dat je bestond. Hij weet je naam, roept je zacht om je uit te nodigen te praten met Hem. Het leven samen te doen, samen je leven te bewandelen, aan Zijn hand in de grote mooie wereld die Hij zo goed kent.
Hij vind je belangrijk. Belangrijk genoeg om wat Hem lief is, op te geven voor jou. Je bent iemand. Hij noemt je Zijn Geliefde Kind.
Hij ziet je.
Hij kent je.
Hij houdt van je.
Omdat Hij niet anders kan. En wil.