2 Korintiërs 9:6-8 Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten. Laat ieder zo veel geven als hij zelf besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie blijmoedig geeft. God heeft de macht u te overstelpen met al zijn gaven, zodat u altijd en in alle opzichten voldoende voor uzelf hebt en ook nog ruimschoots kunt bijdragen aan allerlei goed werk.
Soms wordt ik wel eens een beetje moe van al die mensen die vinden dat sommige kerken teveel over geld praten. De hele maatschappij draait om geld en meer geld maar de kerk moet dit verzachten door te zeggen: “het gaat niet alleen over het geven van geld, maar ook over hulp, bemoediging, tijd, talenten en vergeving.” Precies het gaat niet alleen over geld, maar dit stukje nu net wel.
Wat is er lastig te begrijpen aan de woorden collecte (vs 1), gift (vs 5), gul deelt hij uit aan de armen (vs 9), rijk geworden (vs 11) en bijdrage aan de collecte (vs 12) anders dan dat het gaat over geld. Zelfs als je het leest in de grondtekst (oorspronkelijke vertaling) gaat het over geld.
Geld is iets waar veel mensen hun zekerheid op bouwen, hun status aan ontlenen en vinden dat zij daar zelf recht op hebben. Een deel van de christenen weet daar zo slecht mee om te gaan dat ze een armoede gelofte afleggen. ‘Laten we net genoeg hebben voor ons zelf’. Maar in vs 8 staat dat God de macht heeft je zoveel te geven dat je genoeg hebt voor jezelf en ruimschoots kunnen bijdragen aan allerlei goed werk.
Zorg dat jij niet vastzit aan ‘jouw’ geld, maar je zekerheid bouwt op God en geloven dat God zorgt dat je genoeg hebt om van te leven en om blijmoedig weg te geven en te investeren in anderen. Het zal je leven verrijken