Mattheüs 4:8,9 De duivel nam Hem weer mee, nu naar een hele hoge berg. Hij liet Hem alle landen van de wereld zien, met al hun pracht en praal. ‘Dat zal ik U allemaal geven,’ zei hij, ‘als U voor mij neerknielt en mij aanbidt.’
Toen ik jong was, vond ik het altijd moeilijk te geloven dat God van mij hield en dat ik die liefde waard was. Ik liet niet altijd Gods stem van liefde toe, luisterde naar andere negatieve woorden en gedachten. Ik luisterde naar het stemmetje dat zei dat ik niks waard was, terwijl ik alles waard ben en God wil mij alles geven wat goed voor mij is.
De duivel biedt hier de wereld aan, aan Jezus. Waarom doet hij dit als de hele wereld al van Jezus is? Jezus hoeft helemaal niet voor Satan neer te knielen, want Hij is de Zoon van God en de hele wereld is van God. De duivel wil Jezus bedriegen en doet net alsof alles van hem is. Hij wil dat Jezus er alles aan doet om de wereld te krijgen. Jezus ziet door het plan van de duivel heen en doet dit niet.
Net zoals de hele wereld al van Jezus is, zo is alles waarvan jij denkt dat je het niet waard bent, ook al van jou. De duivel wil jou ervan overtuigen dat je het niet waard bent en dat je het nog niet hebt, maar jij, kind van God, hebt alles al gekregen door Jezus die zijn leven voor jou heeft gegeven.
Alles waarvoor jij ‘niet waardig’ bent, is allang van jou. Open je ogen en zie wat God voor jou in petto heeft.