Matteüs 26:73 Even later kwamen de omstanders naar Petrus toe, ze zeiden: ‘Jij bent wel degelijk een van hen, trouwens, je accent verraadt je.’
Ik zit in een Nederlandse kerk met een internationale familie. Daardoor spreek ik wekelijks mensen die Nederlands spreken terwijl dit niet hun moedertaal is. Bij de meesten is dat nog te horen aan hun accent.
Voordat wij tot geloof komen spreken wij de taal van de wereld: hard, direct, grof, gericht op onszelf, negatief, zonder visie op hoop en zonder liefde. Als we tot geloof komen (en een leven met God opbouwen) gaan we steeds meer spreken vanuit onze relatie met God: geduldig, hoopvol, positief, vanuit liefde, op de ander gericht, vol van blijdschap en enthousiast. Gericht op een relatie met die ander. Vanuit de relatie met God veranderen onze woorden omdat God daarin door klinkt.
Zelfs al zit ik op mijn werk, sta ik op het schoolplein te praten, met de buren aan de overkant of aan de kassa in de winkel en heeft het onderwerp niets met God te maken, mijn accent van Gods liefde zal daar altijd in doorklinken.
Spreek gerust met een accent van Gods liefde voor anderen. Je zult zien dan mensen gaan vragen waar je vandaan komt. Een mooi moment voor jouw getuigenis van jouw leven.