Ezra 4:4-5 Vanaf de tijd dat Cyrus, de koning van Perzië, regeerde, tot onder de regering van koning Darius, probeerde de bevolking van het land het moreel van de Judeeërs te ondermijnen en hen bang te maken, om hen af te houden van de bouw. Ze kochten zelfs raadgevers om opdat die de plannen van de Judeeërs zouden verijdelen. [uit: Het Grote Plaatje, in vogelvlucht door de Bijbel]
Het lijkt wel alsof wanneer je christen wordt, de problemen dan pas beginnen. Wanneer je uitstapt voor God om iets van je leven te maken, iets te bouwen en te ondernemen, dan lijkt het soms wel alsof de hel dan losbarst.
We zijn hierin niet alleen. Toen het volk van God weer serieus werk gingen maken van hun toekomst, toen zij hun muren letterlijk weer gingen opbouwen, toen werden ze lastig gevallen en geïntimideerd door vijanden. En dat niet voor een week of twee. Maar voor tientallen jaren. Het ging zelfs zover dat de bewoners van het land een valse aanklacht indienden bij de koning, om de Joden zwart te maken.
Het is vandaag niet anders. De duivel wordt ook wel satan genoemd, en dat betekent “aanklager”. Hij zal jouw goede intenties, jouw groeiplannen en jouw wil om iets te bouwen in je leven gaan aanklagen. Hij laat je met rust zolang jij God met rust laat. Maar zodra je je hand opsteekt om in Gods koninkrijk iets te betekenen komt vijand nummer 1 om de hoek kijken: intimidatie. Jouw grootste vijand is niet sex, drugs en rock ‘n roll maar de geest van intimidatie.
Wanneer je met angst wordt lastig gevallen, citeer dan hardop dit vers, tot de angst verdwijnt en geloof verschijnt:
2 Timoteüs 1:7 WV
Want God heeft ons niet een geest geschonken van vreesachtigheid [lett.: intimidatie], maar van kracht, liefde en bezonnenheid [lett.: een gezond verstand, een helder denken].