1 Johannes 3:1a Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook.
Als mijn kinderen thuiskomen duiken ze meteen in de koelkast om te kijken of er iets te eten is. Als dat niets oplevert trekken ze de voorraadkast open om iets te pakken. Als jij bij iemand te gast bent zul je dat waarschijnlijk niet doen want het is niet jouw huis, zelfs niet als mensen zeggen ‘doe maar net alsof je thuis bent.’
Veel Christenen gedragen zich bij God nog steeds alsof zij te gast zijn. Ze blijven steken in gebeden waarin ze vragen of ze aub iets van God mogen krijgen: kracht, motivatie, geloof, liefde, zelfbeheersing, overwinning over het kwaad, vrijmoedigheid etc. God zegt ‘dat heb Ik je al gegeven, ga ermee aan de slag.’ God zegt niet ‘doe alsof je thuis bent’, Hij zegt ‘welkom thuis mijn zoon en dochter. Wat van Mij is, is van jou. Kom en geniet van het goede.’
Het wordt tijd dat jij beseft dat jij een zoon of dochter van God, de allerhoogste, bent. Als jij beseft dat jij een Koningskind bent besef je ook dat je macht en autoriteit hebt gekregen. Gebruik dat dan ook. Jij wordt een kind van God genoemd, EN DAT BEN JE OOK!