1 Samuël 4:5-7
‘Toen de Israëlieten de ark zagen aankomen, ontstond er zo’n gejuich dat de aarde dreunde! De Filistijnen vroegen zich af: ‘Wat is dat voor een gejuich in het kamp van de Hebreeën?’ Toen hun werd verteld dat het gejuich werd veroorzaakt door de aankomst van de ark, werden ze bang. ‘Hun God is in hun kamp gekomen!’ riepen zij. ‘Wat moeten we nu? Zoiets hebben wij nog nooit meegemaakt!’
Ons gejuich maakt de vijand bang
Ons enthousiastme voor God werkt zo aanstekelijk naar onze vrienden, familie en collega’s, dat het de vijand (de duivel) bang maakt. Omdat we juichen van blijdschap voor wat Hij heeft gedaan. Ons juichen is een uitting van hoe groot ons vertrouwen in God is en dat maakt de vijand bang.
Waarvan ga jij juichen?
Alleen al bij het zien van de ark gingen de Israëlieten juichen. Ze waren er zo van overtuigd dat de aanwezigheid van God hen ging helpen, dat ze van blijdschap in juichen uitbarstten.
De aanwezigheid van God maakt ons gewone leven buitengewoon. Bedankt God daarvoor en juich als je in zijn aanwezigheid bent. Hem prijzen in aanbidding elke dag.