Numeri 22:28 en 29 Toen zorgde de Heer ervoor dat de ezelin kon praten. Ze zei tegen Bileam: ‘U hebt me al drie keer geslagen. Wat heb ik verkeerd gedaan?’ Bileam antwoordde: ‘Je hebt me erg kwaad gemaakt. Als ik een zwaard bij me had, zou ik je nu doden!’

Dit verhaal lijkt niet thuis te horen in de Bijbel. Een ezel die spreekt ken ik uit Shrek, maar nergens anders in de Bijbel lees ik dat dieren spreken. Kennelijk is Bileam wel wat gewend, want in plaats van zich te verbazen antwoordt hij de ezelin. Pas na het gesprek met de ezelin openen de ogen van Bileam zich en ziet hij de engel die de ezelin gezien heeft.

Op sommige momenten in ons leven zijn we drukker met onszelf dan ons te verbazen over dingen die we niet eerder hebben gezien, of juist dagelijks zien, maar ons niet meer opvallen. Er is een geestelijke realiteit om ons heen. Als je goed oplet zie je de tekenen. Bijzondere gebeurtenissen, “toevallige” ontmoetingen, gedachten of beelden, “geluk hebben”, of gewoon weten en horen dat God spreekt door de natuur en mensen om je heen.

Laat je niet afleiden door deze bijzondere tekenen en ontmoetingen, maar laten we kijken naar Degene die hier achter zit: God. Laten we in alles op Hem vertrouwen en luisteren naar wat Hij te zeggen heeft. Luister niet naar de ezel, maar naar God.