Psalm 69:31 De naam van God wil ik loven met een lied, zijn grootheid met een lofzang prijzen.
Afgelopen donderdag is onze koning Willem Alexander 50 jaar geworden. Dat vierde hij met zijn gezin in Tilburg. Terwijl ik het verslag van de feestelijkheden volgde hoorde ik dat er in Tilburg wel 70 koren en zanggezelschappen zijn. Kennelijk houden ze van zingen! Nederland zelf is een land van zangkoren. Deze ‘lust om te zingen’ komt voort uit de christelijke traditie waarin gewend was (en is) om een lied voor en over God te zingen.
God houdt van muziek. Hij heeft het gemaakt en Hij wil niets liever dan ons horen zingen. Als we zingen voelen we ons gelukkiger, we verbinden ons met anderen, we spreken waarheden uit over God die we zelf weer horen, het helpt ons bepaalde zinnen beter te onthouden en, dit vond ik een hele mooie: het geeft uiting aan wat er in ons leeft.
Als je dus verliefd bent, wil je over die ander zingen. Ben je depressief, dan zing je een blues nummer of smartlap. Ben je boos of ontevreden dan wordt het vast en zeker een protest lied. Ben je blij met God … (en waarom zou je niet blij zijn met God) … dan kun je zingen over wie Hij voor jou is, wat Hij allemaal gedaan en gezegd heeft, wat Hem zo bijzonder maakt voor jou, waar je dankbaar voor bent, hoe geweldig Hij is .. enz.
Een lied dat uiting geeft van de God die binnenin jou leeft en wat naar buiten moet. Laat een lied over je lippen bruisen.